Vertaling van rem

Inhoud:

Nederlands
Engels
rem [v] {zn.}
brake 
We moeten de rem verder uittesten.
We must put the brake to further trials.
rem [m] (de ~) {zn.}
rem
remmen, afremmen {ww.}
to stem 
to brake 

ik rem

I stem
» meer vervoegingen van to stem

barrière [m] (de ~), beletsel [o] (het ~), hindernis [m] (de ~), hinderpaal [m] (de ~), hobbel, belemmering [v] (de ~), obstakel [o] (het ~), rem, struikelblok [o] (het ~), struikelsteen, verhindering [v] (de ~), bezwaar [o] (het ~), handicap [m] (de ~), drempel {zn.}
impediment
hinderance
hindrance
handicap
deterrent
check
baulk
balk
afremmen, remmen {ww.}
to hold in
to moderate
to hold
to curb
to control
to contain
to check

ik rem

I moderate
» meer vervoegingen van to moderate

belemmeren, bemoeilijken, impediëren, stuiten, remmen {ww.}
to hinder
to stymy
to stymie
to obstruct
to embarrass
to blockade
to block

ik rem

I hinder
» meer vervoegingen van to hinder

Niets zal mijn snood plan belemmeren.
Nothing will hinder my malicious plan.