Vertaling van rennen

Inhoud:

Nederlands
Engels
hardlopen, hollen, rennen, snellen {ww.}
to run 

wij rennen
jullie rennen
zij rennen

we run
you run
they run
» meer vervoegingen van to run

Ik kan rennen.
I can run.
Ik kan rennen.
I'm able to run.
hardlopen, hollen, racen, rennen, snellen, sprinten {ww.}
to run 
to stampede
to sprint
to speed 
to dash 
to race 

wij rennen
jullie rennen
zij rennen

we run
you run
they run
» meer vervoegingen van to run

Hij kan niet erg snel rennen.
He can't run very fast.
Hij probeerde de robot te laten rennen.
He tried to make the robot run.
rennen, draven, galopperen, hardlopen, hollen {zn.}
run
running
Ik heb hem zien rennen.
I saw him running.
Hardlopen is goed voor de gezondheid.
Running is good for the health.
loop [m], ren (mv. rennen) {zn.}
run 
Ren!
Run!
Ren voor je leven!
Run for your life!
ren (mv. rennen) {zn.}
run 
running 
paardenrennen [m] (de ~), draverij [v] (de ~), harddraverij, paardenkoers [m] (de ~), paardenwedren, rennen {zn.}
horse race
renloop, ren [m] (de ~) {zn.}
gallop
ren [m] (de ~) {zn.}
pen
ren (mv. rennen) {zn.}
horse race


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ik kan rennen.

I can run.

Ik kan rennen.

I'm able to run.

Ik heb hem zien rennen.

I saw him running.

Hij probeerde de robot te laten rennen.

He tried to make the robot run.

Ik ben te moe om te rennen.

I am too tired to run.

Hij had niet zo snel moeten rennen.

He need not have run so fast.

Hij kan niet erg snel rennen.

He can't run very fast.