Vertaling van rijk

Inhoud:

Nederlands
Engels
rijk, staat {zn.}
state 
kingdom 
realm 
Elke staat had slechts één stem.
Each state had just one vote.
Vaticaanstad is met 0,44 vierkante kilometer 's werelds kleinste staat.
Vatican City with its 0.44 km² is the world's smallest state.
rijk, staat {zn.}
state 
In het Stalinistische tijdperk werden gevangenen in concentratiekampen slaven in dienst van de staat.
During the Stalinist era, prisoners at concentration camps became slaves in service of the state.
abundant, overvloedig, rijk, uitbundig, volop, weelderig, welig {bn.}
abundant 
copious
plentiful 
profuse 
ample
rich 
affluent
aplenty
gefortuneerd, rijk, vermogend {bn.}
rich 
wealthy
well-off
affluent
well-to-do
imperium, rijk, keizerrijk {zn.}
empire 


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Hij wou rijk zijn.

He wanted to be rich.

Wil je rijk zijn?

Do you want to be rich?

Jullie zijn rijk.

You are rich.

Zij willen rijk worden.

They want to become rich.

Hij werd rijk.

He became rich.

Het is beter rijk te leven, dan rijk te sterven.

It is better to live rich, than to die rich.

Japan is een rijk land.

Japan is a rich country.

China is rijk aan natuurlijke grondstoffen.

China is rich in natural resources.

Zijn belangrijkste levensdoel was rijk worden.

His main object in life was to become rich.

Ik weet dat ge rijk zijt.

I know that you are rich.

Ik kwam erachter dat Kate rijk was.

I found out that Kate was wealthy.

Ik wenste dat ik rijk was.

I wish I were rich.

Niet iedereen die hier woont is rijk.

Not everyone who lives here is rich.

Ze zeggen dat hij erg rijk was.

It is said that he was very rich.

Het wordt gezegd dat hij heel rijk is.

They say he's very rich.