Vertaling van schonk

Inhoud:

Nederlands
Engels
been [o], bot [o], knok [m], schonk [v], graat [v] {zn.}
bone 
Hij gaf de hond een bot.
He gave the dog a bone.
De hond was bezig met het begraven van zijn bot in de tuin.
The dog was busy burying his bone in the garden.
gieten, plengen, schenken, storten, vergieten {ww.}
to tip 
to scatter 
to shed 
to pour 

ik schonk
jij schonk
hij/zij/het schonk

I tipped
you tipped
he/she/it tipped
» meer vervoegingen van to tip

cadeau geven, schenken {ww.}
to present 
to give
to grant 
to donate 

ik schonk
jij schonk
hij/zij/het schonk

I presented
you presented
he/she/it presented
» meer vervoegingen van to present

schenken {ww.}
to serve
to help

ik schonk
jij schonk
hij/zij/het schonk

I served
you served
he/she/it served
» meer vervoegingen van to serve

geven, schenken {ww.}
to give
to present
to gift

ik schonk
jij schonk
hij/zij/het schonk

I gave
you gave
he/she/it gave
» meer vervoegingen van to give

Ik weet niet zeker aan wie ik dit cadeau moet geven: aan het meisje of aan de jongen?
I'm not sure whom I should give this present: to the girl or to the boy?
Koeien geven melk.
Cows give milk.
schenken {ww.}
to pour

ik schonk
jij schonk
hij/zij/het schonk

I poured
you poured
he/she/it poured
» meer vervoegingen van to pour



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Tom schonk zichzelf een glas whisky in.

Tom poured himself a glass of scotch.

Niemand schonk aandacht aan zijn waarschuwing.

No attention was paid to his warning.

Hij schonk melk in zijn tea en roerde het.

He put milk into his tea and stirred it.


Gerelateerd aan schonk

synoniemen

been - bot - knok - graat - gieten - plengen - schenken - storten - vergieten - cadeau geven - geven

verwante termen

opdienen - schenken - voorzien - gieten - overbrengen