Vertaling van smoor

Inhoud:

Nederlands
Engels
smoren, stikken {ww.}
to choke

ik smoor

I choke
» meer vervoegingen van to choke

smoren, stoven {ww.}
to stifle
neerslaan, onderdrukken, smoren, verkroppen, verstikken {ww.}
to stifle
to suppress 
to quell
to suffocate
to choke

ik smoor

I quell
» meer vervoegingen van to quell

smoren, stoven {ww.}
to braise
to stew

ik smoor

I braise
» meer vervoegingen van to braise

smoorverliefd, hoteldebotel, liefdedronken, smoor {bn.}
besotted
blind drunk
blotto
cockeyed
crocked
fuddled
loaded
pie-eyed
pissed
pixilated
plastered
slopped
sloshed
smashed
soaked
soused
sozzled
squiffy
stiff
tight
wet
stikken, smoren {ww.}
to swelter
versmoren, verstikken, smoren {ww.}
to strangle
to choke

ik smoor

I choke
» meer vervoegingen van to choke

smoren, sudderen {ww.}
to simmer
smoren, braiseren, gesmoord {ww.}
to braise

ik smoor

I braise
» meer vervoegingen van to braise