Vertaling van bakken

Inhoud:

Nederlands
Engels
bakken, fruiten {ww.}
to fry 

wij bakken
jullie bakken
zij bakken

we fry
you fry
they fry
» meer vervoegingen van to fry

Het is buiten zo warm dat je een ei kunt bakken.
It's so hot outside, you could fry an egg.
bakken {ww.}
to bake 

wij bakken
jullie bakken
zij bakken

we bake
you bake
they bake
» meer vervoegingen van to bake

bakken {ww.}
to fry

wij bakken
jullie bakken
zij bakken

we fry
you fry
they fry
» meer vervoegingen van to fry

bakken {ww.}
to fire

wij bakken
jullie bakken
zij bakken

we fire
you fire
they fire
» meer vervoegingen van to fire

bakken {ww.}
to bake

wij bakken
jullie bakken
zij bakken

we bake
you bake
they bake
» meer vervoegingen van to bake

bak (mv. bakken) [m], kist [v], schrijn [o] {zn.}
box 
chest 
aardigheidje [o], bak (mv. bakken) [m], grap, jok, mop, scherts {zn.}
gag
joke
wisecrack
jest 
doos [v], bak (mv. bakken) [m], etui [o], foedraal [o], koker [m], korf [m], pot [m], zak, vat [o], kist [v], fles [v], krat [o], emmer, kruik, urn {zn.}
box 
container 
jug
vessel 
bucket
can 
case 
bottle 
crate
jar 
pot 
sack 
chest 
pail 
tin 
urn
bak (mv. bakken) [m], drenkbak [m], eetbak [m], drinktrog [m], krib, trog {zn.}
manger
trough
bak (mv. bakken) [m], kuip, teil, tobbe {zn.}
tub 
vat 
bak (mv. bakken) [m], reservoir [o], tank [m], vergaarbak [m] {zn.}
cistern
tank
reservoir
receptacle
bin
bak (mv. bakken) [m], overzetboot, pont, pontveer, schouw, veerboot, veerpont {zn.}
ferry 
zonnebaden, bakken, zonnen {ww.}
to sunbathe
to sun
zakken, sjezen, buizen, stralen, bakken {ww.}
to fail
to flush it
to flunk
to bomb

wij bakken
jullie bakken
zij bakken

we fail
you fail
they fail
» meer vervoegingen van to fail

Ik wil niet zakken voor mijn examens.
I don't want to fail my exams.
gevangenis [v] (de ~), bajes [m] (de ~), gevang [o] (het ~), gevangenhuis, kast, kerker [m] (de ~), kot, nor [m] (de ~), petoet [m] (de ~), rijkshotel, strafgevangenis, strafinrichting [v] (de ~), cachot [o] (het ~), bak (mv. bakken) [m] (de ~), pot [m] (de ~), lik [m] (de ~) {zn.}
clink
gaol
jail
jailhouse
pokey
poky
slammer
bak [m] (de ~), kop [m] (de ~), tas [m] (de ~) {zn.}
cup
grap [m] (de ~), gebbetje, geestigheid, aardigheidje [o] (het ~), joke, koddigheid, plaisanterie, witz [m] (de ~), bak [m] (de ~), mop [m] (de ~) {zn.}
joke
laugh
jape
jest
gag
Een Fransman bijvoorbeeld kan misschien moeilijk lachen om een Russische grap.
A Frenchman, for instance, might find it hard to laugh at a Russian joke.
Ik snapte zijn grap niet.
I didn't get his joke.
slee [m] (de ~), bak (mv. bakken) {zn.}
limo
limousine


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

We plukten appels om een appeltaart te kunnen bakken.

We picked apples so we could make an apple pie.

Ik ben van plan een taart te bakken voor Maria's verjaardag.

I'm going to make a cake for Mary's birthday.

Het is buiten zo warm dat je een ei kunt bakken.

It's so hot outside, you could fry an egg.


Gerelateerd aan bakken

fruiten - bak - kist - schrijn - aardigheidje - grap - jok - mop - scherts - doos - etui - foedraal - koker - korf - potklaarmaken - verhit - bruinen - feilen - gebouw - voorwerp - daad - opmerking - automobiel