Vertaling van snorken

Inhoud:

Nederlands
Engels
knorren, ronken, snorken, snurken {ww.}
to snore 
to snort 
Als het op snurken aankomt kan niemand meneer Snurk verslaan.
When it comes to snoring, no one can top Mr Snore.
bluffen, opscheppen, pochen, snoeven, snorken, stoffen, zwetsen {ww.}
to brag
to boast

wij snorken
jullie snorken
zij snorken

we brag
you brag
they brag
» meer vervoegingen van to brag

snurken, snorken, zagen, ronken {ww.}
to snore
to saw wood
to saw logs


Gerelateerd aan snorken

knorren - ronken - snurken - bluffen - opscheppen - pochen - snoeven - stoffen - zwetsen - zagenademhalen - uitklinken