Vertaling van spant

Inhoud:

Nederlands
Engels
spant {zn.}
timber 
frame 
dakspar [m], hanebalk, spant, spar {zn.}
rafter 
spannen, bespannen, inspannen, tuigen, optuigen, voorspannen {ww.}
to yoke
to span
to harness

jij spant
hij/zij/het spant

you yoke
he/she/it yokes
» meer vervoegingen van to yoke

nauwer aanhalen, opwinden, spannen, strekken, uitrekken {ww.}
to tense 
to tighten 
to stress 
to strain 
to rack 
to wind up 
to stretch 

jij spant
hij/zij/het spant

you tighten
he/she/it tightens
» meer vervoegingen van to tighten

gebint, bint [o] (het ~), gebint(e), spant [o] (het ~) {zn.}
rib
spannen {ww.}
to tense
to tense up
to strain
wringen, knellen, spannen {ww.}
to twitch
to twinge
to tweet
to squeeze
to pinch
to nip

jij spant
hij/zij/het spant

you twitch
he/she/it twitches
» meer vervoegingen van to twitch

spannen {ww.}
to tighten
to fasten

jij spant
hij/zij/het spant

you tighten
he/she/it tightens
» meer vervoegingen van to tighten

inspannen, spannen {ww.}
to inspan

jij spant