Vertaling van teder

Inhoud:

Nederlands
Engels
teder, teer, warm, lief {bn.}
tender 
tender-hearted
affectionate
fond
teder, liefderijk, liefdevol {bn.}
loving
delicaat, fijn, gevoelig, iel, kies, kieskeurig, tactvol, teder, teer {bn.}
dainty
delicate 
fine 
refined
gentle 
sensitive 
soft 
tender 
awkward


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

De wind kuste de bomen teder.

The wind gently kissed the trees.

Teder legde hij zijn hand op haar schouder.

He put his hand gently on her shoulder.

Teder legde hij zijn hand op haar schouder.

He put a hand gently on her shoulder.


Gerelateerd aan teder

teer - warm - lief - liefderijk - liefdevol - delicaat - fijn - gevoelig - iel - kies - kieskeurig - tactvollichtjes