Inloggen

Vertaling van uitgesproken

Inhoud:

woordenboek |
voorbeelden |
gerelateerd |

Nederlands

Engels

duidelijk, helder, klaar, uitgesproken, zuiver {bn.}

clear
distinct
plain
obvious
explicit
lucid
straightforward

apert, duidelijk, evident, kennelijk, klaarblijkelijk, uitgesproken {bn.}

evident
obvious
clear
definite
demonstrable
patent
apparent

betuigen, opperen, uitdrukken, uiten, uitspreken, verwoorden {ww.}

to express
to register
to put

ik heb uitgesproken
jij hebt uitgesproken
hij/zij/het heeft uitgesproken

I have expressed
you have expressed
he/she/it has expressed
» meer vervoegingen van to express

Ik hou er niet van als wiskundigen die veel meer weten dan ik hun gedachten niet duidelijk kunnen uitdrukken.

I don't like it when mathematicians who know much more than I do can't express themselves explicitly.

uitspreken {ww.}

to articulate
to pronounce

ik heb uitgesproken
jij hebt uitgesproken
hij/zij/het heeft uitgesproken

I have articulated
you have articulated
he/she/it has articulated
» meer vervoegingen van to articulate

uitdrukken, uitspreken, vellen, verwoorden {ww.}

to voice
to utter
to put
to state
to articulate

ik heb uitgesproken
jij hebt uitgesproken
hij/zij/het heeft uitgesproken

I have voiced
you have voiced
he/she/it has voiced
» meer vervoegingen van to voice

overduidelijk, evident, flagrant, geheid, geprononceerd, manifest, onfeilbaar, onloochenbaar, onmiskenbaar, palpabel, uitgesproken, zonneklaar {bn.}

shameless
unblushing

uitspreken {ww.}

to sound out
to say
to pronounce
to enunciate
to enounce
to articulate

ik heb uitgesproken
jij hebt uitgesproken
hij/zij/het heeft uitgesproken

I have said
you have said
he/she/it has said
» meer vervoegingen van to say

uitspreken, uitpraten {ww.}

to finish
to polish off
to eat up

ik heb uitgesproken
jij hebt uitgesproken
hij/zij/het heeft uitgesproken

I have finished
you have finished
he/she/it has finished
» meer vervoegingen van to finish

uitspreken {ww.}

to declare
to hold
to adjudge

ik heb uitgesproken
jij hebt uitgesproken
hij/zij/het heeft uitgesproken

I have declared
you have declared
he/she/it has declared
» meer vervoegingen van to declare

verwoorden, uitspreken, verbaliseren, vertolken, vervatten, formuleren {ww.}

to word
to phrase
to formulate
to give voice
to articulate

ik heb uitgesproken
jij hebt uitgesproken
hij/zij/het heeft uitgesproken

I have worded
you have worded
he/she/it has worded
» meer vervoegingen van to word

Voorbeelden in zinsverband

Nederlands

Engels

Hoe wordt je voornaam uitgesproken?

How does one pronounce your first name?

In het Engels staan er in veel woorden letters die niet worden uitgesproken.

In the English language many words contain letters which are not pronounced.

Gerelateerd aan uitgesproken

duidelijk - helder - klaar - zuiver - apert - evident - kennelijk - klaarblijkelijk - betuigen - opperen - uitdrukken - uiten - uitspreken - verwoorden - vellenduidelijk - uiten - uitdrukken