Vertaling van uniform

Inhoud:

Nederlands
Engels
uniform {zn.}
uniform
eenvormig, gelijkvormig, uniform {bn.}
uniform 
tenue, uniform [o] {zn.}
uniform 
uniform [m] (de/het ~) {zn.}
uniform
gelijkvormig, isomorf, monomorf, uniform, congruent {bn.}
univalent


Gerelateerd aan uniform

eenvormig - gelijkvormig - tenue - isomorf - monomorf - congruentkleding - dezelfde - chevron - nestel - vangsnoer