Vertaling van verloven

Inhoud:

Nederlands
Engels
verloven, engageren {ww.}
to plight
to betroth
to engage
to affiance

wij verloven
jullie verloven
zij verloven

we plight
you plight
they plight
» meer vervoegingen van to plight

vakantie [v], vrije tijd, verlof (mv. verloven) {zn.}
holiday
vacation 
spare time
leisure 
leave 
time off
Wat doet gij in uw vrije tijd?
What do you do in your spare time?
Hoe was je vakantie?
How was your vacation?
verlof (mv. verloven), vrijaf {zn.}
leave 
furlough
permissie [v], toestemming [v], vergunning [v], verlof (mv. verloven) {zn.}
permission 
leave 
dispensation
Niemand mag vertrekken zonder toestemming.
No one is to leave without permission.
Hackers breken zonder toestemming in computers in.
Hackers break into computers without permission.
verlof [o] (het ~), congé [o] (het ~) {zn.}
leave of absence
leave
verlof [o] (het ~), verloftijd {zn.}
vacation
holiday
toestemming [v] (de ~), inwilliging, permissie [v] (de ~), verlof (mv. verloven) {zn.}
permission
permit
license
Ik geef je toestemming om te blijven.
I give you permission to stay.