Vertaling van zedig

Inhoud:

Nederlands
Engels
zedig {bn.}
modest 
bescheiden, discreet, ingetogen, teruggetrokken, zedig {bn.}
modest 
simple 
unassuming
unpretentious
nuffig, preuts, zedig {bn.}
prudish 
modest 
prim
strait-laced
eerbaar, kuis, rein, zedig {bn.}
chaste
pure 
onbedorven, onbezoedeld, onschuldig, onverdorven, rein, schoon, zuiver, deugdzaam, eerbaar, eerzaam, zedig {bn.}
unblemished
unmarred
unmutilated