Vertaling van zicht

Inhoud:

Nederlands
Engels
zicht, gezicht [o], gezichtsvermogen {zn.}
sight 
vision 
view 
Het was liefde op het eerste gezicht.
It was love at first sight.
Voor hem was het liefde op het eerste gezicht.
He fell in love with her at first sight.
sikkel, zicht {zn.}
reaping-hook
billhook
sickle 
zicht {zn.}
reaping hook
sickle
reap hook
maaien, zichten {ww.}
to mow 
to cut 

ik zicht
jij zicht
hij/zij/het zicht

I mow
you mow
he/she/it mows
» meer vervoegingen van to mow

Mijn moeder vertelde me het gras te maaien.
My mother told me to mow the lawn.
Twee keer in de week kwam de tuinman om het gras te maaien, daarom kon ik nooit in het lange gras liggen.
Twice a week the gardener would come to mow the grass, so I could never lie and read in the long grass.
inzicht [o] (het ~), doorzicht, prudentie, zicht [o] (het ~), oordeel [o] (het ~) {zn.}
reason
understanding
intellect
gezichtsveld [o] (het ~), blikveld [o] (het ~), horizon [m] (de ~), gezicht [o] (het ~), zicht [o] (het ~) {zn.}
field of vision
visual field
field of regard
gezichtsvermogen [o] (het ~), gezicht [o] (het ~), zicht [o] (het ~) {zn.}
sight
visual sense
visual modality
vision
Ik ken hem van gezicht maar ik heb nog nooit echt met hem gepraat.
I know him by sight, but I have never actually spoken to him.
Het was het mooiste gezicht dat hij in zijn leven gezien had.
It was the most beautiful sight that he had ever seen in his life.
zichten {ww.}
to scythe