Vertaling van zwichten

Inhoud:

Nederlands
Engels
waggelen, wankelen, wiebelen, zwichten {ww.}
to wobble 
to totter
to vacillate
to stagger
to rock 
to falter
to waver
to hesitate

wij zwichten
jullie zwichten
zij zwichten

we wobble
you wobble
they wobble
» meer vervoegingen van to wobble

bezwijken, capituleren, cederen, overgeven, platgaan, zwichten {ww.}
to yield
to succumb
to give in
to knuckle under
to buckle under

wij zwichten
jullie zwichten
zij zwichten

we yield
you yield
they yield
» meer vervoegingen van to yield



Gerelateerd aan zwichten

waggelen - wankelen - wiebelen - bezwijken - capituleren - cederen - overgeven - platgaantoegeven