Vertaling van at
Inhoud:
Nederlands
Spaans
bikken, gebruiken, eten, vreten, nuttigen {ww.}
comer
ik at
jij at
hij/zij/het at
yo comí
tú comiste
él/ella comió
» meer vervoegingen van comer
Kan ik eten?
¿Puedo comer?
Je moet niet eten.
No necesitas comer.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Ik at kaviaar.
Comí caviar.
Tom at alleen.
Tom comió solo.
Ik at het.
Me lo comí.
De hond at de vis, beenderen, staart en alles.
El perro se comió al pescado con huesos, cola y todo.
Ik at niets anders dan brood en boter.
No comí más que pan y mantequilla.
Omdat ze vegetariër is at ze tofu in de plaats van kalkoen.
Es vegetariana, así que comió tofu en lugar de pavo.