Vertaling van baar

Inhoud:

Nederlands
Spaans
baar [v], paal, pijp, roede, schacht, spijl, stang {zn.}
barra [v] (la ~)
vara [v] (la ~)
baar, contant {bn.}
contante
baar [v], golf, gulp [v] {zn.}
onda [v] (la ~)
ola
baar [v], draagbaar [v] {zn.}
camilla [v] (la ~)
andas
baren, bevallen, het leven schenken, teweegbrengen, voortbrengen {ww.}
parir
engendrar
dar a luz

ik baar

yo paro
» meer vervoegingen van parir