Vertaling van bang

Inhoud:

Nederlands
Spaans
bang, laf, lafhartig {bn.}
medroso
miedo
miedoso
temeroso
bang, beducht, bezorgd, ongerust {bn.}
inquieto
cuidadoso
bang, benepen, beschroomd, schroomvallig, schuw, vreesachtig {bn.}
encogido
tímido
bang, beangst, beducht, bevreesd, vreesachtig {bn.}
medroso
miedo
miedoso
temeroso
angstig, bang, bedenkelijk, zorgbarend, zorgwekkend {bn.}
crítico
grave


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ik ben niet bang.

No tengo miedo.

Ik ben niet bang.

No tengo miedo.

Wees niet bang.

No tengas miedo.

Ik ben bang voor aardbevingen.

Me dan miedo los terremotos.

Ik ben van niets bang.

No tengo miedo de nada.

Kikkers zijn bang van slangen.

Las ranas temen las serpientes.

Ze zijn bang voor hem.

Le tienen miedo.

Ze is bang voor onweer.

A ella le dan miedo los truenos.

Ik ben bang voor spinnen.

Le tengo miedo a las arañas.

Ik ben helemaal niet bang.

No tengo ni pizca de miedo.

Ben je bang voor Tom?

¿Te da miedo Tom?

U bent bang voor hem.

Le tienen miedo.

Ze is nergens bang voor.

Ella no le teme a nada.

Ze was bang voor de hond.

Ella tenía miedo del perro.

Ik was bang dat je gefaald had.

Tenía miedo de que hubieras fallado.