Vertaling van bevinden
						Inhoud:
						
Nederlands
Spaans
bevinden, constateren, vaststellen {ww.}
comprobar
constatar
constatar
wij bevinden
jullie bevinden
zij bevinden
nosotros comprobamos
vosotros comprobáis
ellos/ellas comprueban
			 					» meer vervoegingen van comprobar
		 					
vinden, bevinden, treffen, aantreffen {ww.}
encontrar
hallar
hallar
wij bevinden
jullie bevinden
zij bevinden
nosotros encontramos
vosotros encontráis
ellos/ellas encuentran
			 					» meer vervoegingen van encontrar
		 					
Ik kan mijn horloge niet vinden.
									No consigo encontrar mi reloj.
								  Ik kan mijn handschoenen niet vinden.
									No puedo encontrar mis guantes.