Vertaling van boerenlul
Inhoud:
Nederlands
Spaans
steenezel, ei, kloris, hals, eend, domoor, sufferd, dombo, zultkop, zakkenwasser, boerenlul, dommerik, drol, droplul, druiloor, bal gehakt, eendenkuiken, domme gans, eikel, ezel, ezelsveulen, gehaktbal, flapdrol, hansworst, jojo, kaffer, kalf, kalfskop, koe, kuiken, kwezel, leeghoofd, minkukel, nitwit, oelewapper, oetlul, oen, oliebol, onbenul, schaapskop, rund, stomkop, stommeling, stommerd, sufkont, sufkut, uil, uilenbal, uilskuiken, weetniet, stommerik
tonto
idiota
estúpido
idiota
estúpido