Vertaling van daar

Inhoud:

Nederlands
Spaans
aangezien, daar, omdat, vermits, want, wijl {vw.}
porque
puesto que
ya que
aldaar, daar, ginder, ginds, daarginds, d'r, er, 'r {bw.}
ahí
allí


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Jij daar! Hierboven!

¡Oye tú! ¡Acá arriba!

Er was niemand daar.

No había nadie ahí.

Het is daar.

Está ahí.

Ik wilde daar naartoe gaan.

Yo quería ir allí.

Wat is daar precies gebeurd?

¿Qué ha pasado allí exactamente?

Wil je daar frietjes bij?

¿Quieres papas fritas con eso?

Ga zeker onmiddellijk naar daar.

Es necesario que vayas inmediatamente.

We hebben daar rustig gewacht.

Esperamos allí tranquilamente.

Hoe gaan we daar komen?

¿Cómo vamos a llegar allí?

Hij stond daar een tijdje.

Se paró ahí por un rato.

Wie is die man die daar staat?

¿Quién es ese hombre parado ahí?

Ik kan daar niks over zeggen.

No puedo decir nada sobre ello.

Ik wil dat hij daar naartoe gaat.

Quiero que vaya allí.

Hij gaat daar elke dag naartoe.

Va allí todos los días.

Er staat daar een gele roos.

Hay una rosa amarilla ahí.


Gerelateerd aan daar

aangezien - omdat - vermits - want - wijl - aldaar - ginder - ginds - daarginds - d'r - er - 'r