Vertaling van dronken
						Inhoud:
						
Nederlands
Spaans
beschonken, dronken, zat {bn.}
borracho
ebrio
ebrio
drinken, gebruiken {ww.}
beber
wij dronken
jullie dronken
zij dronken
nosotros bebimos
vosotros bebisteis
ellos/ellas bebieron
			 					» meer vervoegingen van beber
		 					
Wat wilt ge drinken?
									¿Qué desea beber?
								  Wil je iets drinken?
									¿Te gustaría beber algo?
								  drinken, pimpelen {ww.}
beber demasiado alcohol