Vertaling van gebruik

Inhoud:

Nederlands
Spaans
gebruik [o], gewoonte, usance {zn.}
hábito [m] (el ~)
costumbre [v] (la ~)
Je zou er een gewoonte van moeten maken je tanden te poetsen na elke maaltijd.
Deberías hacerte el hábito de cepillarte los dientes después de cada comida.
gebruik [o], zede {zn.}
uso [m] (el ~)
costumbre [v] (la ~)
Ik gebruik Twitter.
Yo uso Twitter.
Het oude uurwerk is nog in gebruik.
El viejo reloj aún sigue en uso.
gebruik [o], genot {zn.}
uso [m] (el ~)
Dat is het woordenboek dat ik alle dagen gebruik.
Este es el diccionario que uso todos los días.
Het doeltreffendste middel voor de verspreiding van het Esperanto is het vlotte en elegante gebruik van die taal.
El medio más efectivo para la difusión del esperanto es el uso fluido y elegante de este idioma.
aanwenden, benutten, gebruiken {ww.}
usar
emplear
hacer uso de

ik gebruik

yo uso
» meer vervoegingen van usar

Mag ik dit gebruiken?
¿Puedo usar esto?
Mag ik dit potlood gebruiken?
¿Puedo usar este lápiz?
drinken, gebruiken {ww.}
beber

ik gebruik

yo bebo
» meer vervoegingen van beber

Wat wilt ge drinken?
¿Qué desea beber?
Wil je iets drinken?
¿Te gustaría beber algo?
bikken, gebruiken, eten, vreten, nuttigen {ww.}
comer

ik gebruik

yo como
» meer vervoegingen van comer

Kan ik eten?
¿Puedo comer?
Je moet niet eten.
No necesitas comer.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Gebruik alsjeblieft geen Engels.

Por favor no uses inglés.

Ik gebruik Twitter.

Estoy usando Twitter.

Ik gebruik Twitter.

Yo uso Twitter.

Het oude uurwerk is nog in gebruik.

El viejo reloj aún sigue en uso.

Dat is het woordenboek dat ik alle dagen gebruik.

Este es el diccionario que uso todos los días.

Gebruik niet de lift in geval van brand.

No use el ascensor en caso de incendio.

Iedereen zou van zijn stemrecht moeten gebruik maken.

Todos deberían ejercer su derecho a voto.

De mens is het enige dier dat gebruik maakt van vuur.

El hombre es el único animal que utiliza el fuego.

Ik maakte gebruik van de verwarring en viel de vijand aan.

Aproveché la confusión y ataqué al enemigo.

Het doeltreffendste middel voor de verspreiding van het Esperanto is het vlotte en elegante gebruik van die taal.

El medio más efectivo para la difusión del esperanto es el uso fluido y elegante de este idioma.

Als ik Esperanto gebruik met hem, voel ik dat we beiden op hetzelfde peil staan, tenminste als we dat zien uit het oogpunt van taal.

Cuando usamos esperanto, estamos al mismo nivel, por lo menos, lingüístico.

De Canadese Dankzeggingsdag en de Columbusdag in de Verenigde Staten van Amerika vallen samen, daarom maken Esperantosprekers uit beide landen van de gelegenheid gebruik om een internationale bijeenkomst te hebben.

El día de Acción de Gracias en Canadá y el de Colón en EE. UU. coinciden, por lo que los hablantes de esperanto de ambos países aprovechan la oportunidad para tener un encuentro internacional.


Gerelateerd aan gebruik

gewoonte - usance - zede - genot - aanwenden - benutten - gebruiken - drinken - bikken - eten - vreten - nuttigen