Vertaling van gevierd

Inhoud:

Nederlands
Spaans
befaamd, beroemd, gevierd, roemruchtig, vermaard, wijdvermaard {bn.}
conocido
famoso
célebre
beroemd, gerenommeerd, gevierd, vermaard {bn.}
famoso
célebre
loslaten, lossen, tappen, uitlaten, vieren, weglaten {ww.}
dejar salir
celebreren, opdragen, vieren {ww.}
festejar
celebrar

ik heb gevierd
jij hebt gevierd
hij/zij/het heeft gevierd

yo he festejado
has festejado
él/ella ha festejado
» meer vervoegingen van festejar

fuiven, vieren, feestvieren {ww.}
celebrar una fiesta
celebreren, vieren {ww.}
solemnizar

ik heb gevierd
jij hebt gevierd
hij/zij/het heeft gevierd

yo he solemnizado
has solemnizado
él/ella ha solemnizado
» meer vervoegingen van solemnizar