Vertaling van glimlach
ik glimlach
yo sonrío
» meer vervoegingen van sonreír
Voorbeelden in zinsverband
Ze ontvingen me met een glimlach.
Ellas me saludaron con una sonrisa.
Hij antwoordde mij met een glimlach.
Me respondió con una sonrisa.
Hij begroette me met een glimlach.
Él me recibió con una sonrisa.
Jouw glimlach maakt me altijd blij.
Tu sonrisa siempre me hace feliz.
Zij verwelkomde ons met een glimlach.
Ella nos saludó con una sonrisa.
Ze gaf me een charmerende glimlach.
Ella me dio una sonrisa encantadora.
"Heel erg bedankt," zei ze met een glimlach.
-Muchísimas gracias -dijo ella con una sonrisa.
Een glimlach is de mooiste ronding op het lichaam van een vrouw.
La sonrisa es la curva más bella del cuerpo de una mujer.
Hij houdt van haar haar, haar glimlach, haar ogen? Wow, hij kan verdomd goed liegen!
¿Él adora su cabello, su sonrisa, sus ojos? ¡Guau! ¡Miente condenadamente bien!