Vertaling van kaart

Inhoud:

Nederlands
Spaans
kaart [v] {zn.}
mapa [m] (el ~)
carta [v] (la ~)
naipe
tarjeta [v] (la ~)
Dit is een kaart.
Esto es un mapa.
Waar kan ik een kaart kopen?
¿Dónde puedo conseguir un mapa?
kaart [v], speelkaart {zn.}
naipe
kaart [v], landkaart [v] {zn.}
mapa [m] (el ~)
plano [m] (el ~)
Kijk naar de landkaart op pagina 25.
Mira el mapa de la página 25.
Er hangt een kaart aan de muur.
Hay un mapa en la pared.
fiche, kaartje [o], kaart [v] {zn.}
ficha [v] (la ~)


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Laten we kaart spelen.

Juguemos a las cartas.

Dit is een kaart.

Esto es un mapa.

Er hangt een kaart aan de muur.

Hay un mapa en la pared.

Waar kan ik een kaart kopen?

¿Dónde puedo conseguir un mapa?

Een kaart helpt ons bij de studie van de aardrijkskunde.

Un mapa nos ayuda a estudiar geografía.

Waar kan ik een kaart van Europa verkrijgen?

¿Dónde puedo conseguir un mapa de Europa?

De dikke lijnen op de kaart zijn wegen.

Las líneas gruesas en el mapa corresponden a rutas.

Ik kan perfect een kaart van Brazilië tekenen.

Puedo dibujar el mapa de Brasil a la perfección.

We hadden een kaart bij ons voor het geval we verdwaalden.

Llevábamos un mapa en caso de que nos perdiéramos.


Gerelateerd aan kaart

speelkaart - landkaart - fiche - kaartje