Vertaling van kaartje

Inhoud:

Nederlands

Spaans

biljet [o], kaartje [o], ticket [o] {zn.}

billete [m] (el ~)
boleto [m] (el ~)
bilete

Heb je een kaartje?

¿Tienes un boleto?

Ik heb geen ticket.

No tengo billete.

bon [m], coupon [m], kaartje [o], voucher {zn.}

cupón [m] (el ~)

fiche, kaartje [o], kaart [v] {zn.}

ficha [v] (la ~)

Nederlands

Spaans

Heb je een kaartje?

¿Tienes un boleto?

Vergeet het kaartje niet.

No te olvides el billete.

Zal ik een kaartje voor het concert voor je kopen?

¿Te compro una entrada para el concierto?

Stuur me alsjeblieft een kaartje zodra je aankomt.

Por favor, escríbeme una carta en cuanto llegues.

Je hoeft alleen maar op het knopje te drukken om een kaartje te krijgen.

Solo tienes que apretar el botón para obtener un pasaje.