Vertaling van lef

Inhoud:

Nederlands
Spaans
dapperheid [v], durf [m], lef, moed, courage {zn.}
valor [m] (el ~)
virtud [v] (la ~)
Ik bewonder je moed.
Admiro vuestro valor.
Ze had eindelijk de moed bij elkaar geraapt om geld te vragen aan hem.
Al final reunió el valor suficiente para pedirle más dinero.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Je hebt lef.

Tienes muchas agallas.

Je hebt het lef niet.

No tienes las agallas.

Ik heb het lef niet om mijn baas te vragen of ik zijn auto mag lenen.

No tengo el coraje de pedirle a mi jefe que me preste su auto.


Gerelateerd aan lef

dapperheid - durf - moed - courage