Vertaling van licht

Inhoud:

Nederlands
Spaans
licht, zwak {bn.}
débil
flojo
licht [o], schijn [m], schijnsel [o] {zn.}
luz [v] (la ~)
Ik zie een licht.
Veo una luz.
Zij heeft het licht aangedaan.
Ella encendió la luz.
licht, ondiep, oppervlakkig {bn.}
de poca profundidad
somero
licht {bn.}
ligero
leve
licht, makkelijk, gemakkelijk, vlot {bn.}
fácil
hel, helder, klaar, licht {bn.}
claro
luminoso
flikkeren, flonkeren, lichten, twinkelen {ww.}
centellear
rielar

hij/zij/het licht

él/ella centellea
» meer vervoegingen van centellear

ledigen, legen, lenzen, lichten, ruimen, uithalen {ww.}
vaciar

ik licht
jij licht
hij/zij/het licht

yo vacío
vacías
él/ella vacía
» meer vervoegingen van vaciar



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ik zie een licht.

Veo una luz.

Kaas is niet licht verteerbaar.

El queso no se digiere con facilidad.

Moet ik het licht aanlaten?

¿Quieres que deje la luz encendida?

Zij heeft het licht aangedaan.

Ella encendió la luz.

Kan je het licht uitdoen?

¿Puedes apagar la luz?

Ik kan het licht zien.

Puedo ver la luz.

Het licht ging vanzelf uit.

La luz se apagó sola.

Hij gaat slapen met het licht aan.

Él se duerme con las luces prendidas.

Doe het licht aan. Ik zie niks.

Enciende la luz. No veo nada.

Een rood licht scheen in het duister.

Una luz roja brillaba en la oscuridad.

Slaap niet met het licht aan.

No te duermas con la luz encendida.

Het is niet licht genoeg om foto's te nemen.

No hay suficiente luz para tomar fotos.

Doe alsjeblieft het licht uit als je de kamer uitgaat.

Apaga la luz cuando salgas de la pieza, por favor.

Doe het licht uit. Ik kan niet in slaap komen.

Apaga la luz. No me puedo quedar dormido.

We zagen een flauw licht voorbij de rivier.

Vimos una tenue luz al otro lado del río.


Gerelateerd aan licht

zwak - schijn - schijnsel - ondiep - oppervlakkig - makkelijk - gemakkelijk - vlot - hel - helder - klaar - flikkeren - flonkeren - lichten - twinkelen