Vertaling van lui

Inhoud:

Nederlands
Spaans
lui {bn.}
holgazán
lui {bn.}
gandul
haragán
lieden, lui, mensen, volk {zn.}
gente [v] (la ~)
Pistolen doden geen mensen. Mensen doden mensen.
Las armas no matan gente. La gente mata gente.
Ik zie dode mensen.
Veo gente muerta.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ik ben lui.

Soy perezoso.

Hij is lui.

Él es perezoso.

Ik ben te lui om mijn huiswerk te maken.

Soy demasiado flojo como para hacer los deberes.

Voor zover ik weet is hij niet lui.

Hasta donde sé, él no es perezoso.


Gerelateerd aan lui

lieden - mensen - volk