Vertaling van meester

Inhoud:

Nederlands
Spaans
meester [m], grootmeester [m], maëstro {zn.}
maestro [m] (el ~)
Het schilderij is het werk van een Nederlandse meester.
La pintura es la obra de un maestro holandés.
instructeur [m], leraar [m], onderwijzer [m], meester {zn.}
maestro [m] (el ~)
Ik ben geen leraar.
No soy maestro.
Hij is leraar Engels.
Él es maestro de inglés.
baas [m], meester [m], heer, patroon {zn.}
amo [m] (el ~)
patrón [m] (el ~)
dueño [m] (el ~)
Een verstandige vogel kiest zijn boom. Een wijze dienaar kiest zijn meester.
Un pájaro prudente escoge su árbol. Un sirviente sabio escoge a su amo.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Het schilderij is het werk van een Nederlandse meester.

La pintura es la obra de un maestro holandés.

Een verstandige vogel kiest zijn boom. Een wijze dienaar kiest zijn meester.

Un pájaro prudente escoge su árbol. Un sirviente sabio escoge a su amo.


Gerelateerd aan meester

grootmeester - maëstro - instructeur - leraar - onderwijzer - baas - heer - patroon