Vertaling van poepen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
kakken, ontlasting hebben, poepen, schijten {ww.}
defecar

wij poepen
jullie poepen
zij poepen

nosotros defecamos
vosotros defecáis
ellos/ellas defecan
» meer vervoegingen van defecar

drek [m], ontlasting [v], drol, keutel, stront, uitwerpselen, vijg, excrementen, faecaliën, faeces, poep (mv. poepen) {zn.}
deposición [v] (la ~)
excremento [m] (el ~)