Vertaling van venten
Inhoud:
Nederlands
Spaans
colporteren, leuren, venten {ww.}
vender como buhonero
man , manspersoon , vent (mv. venten) , kerel, manmens, gozer, gast {zn.}
hombre
macho
varón
macho
varón
Wie is die man?
¿Quién es aquel hombre?
Zoek een leven, man.
Búscate una vida, hombre.