Vertaling van aanplanten

Inhoud:

Nederlands
Frans
planten, aanplanten, poten {ww.}
planter 

ik zal aanplanten
jij zult aanplanten
hij/zij/het zal aanplanten

je planterai
tu planteras
il/elle plantera
» meer vervoegingen van planter

In maart is de grond nog te koud om iets in de tuin te planten.
En mars, la terre est encore trop froide pour planter dans le jardin.


Gerelateerd aan aanplanten

planten - poten