Vertaling van poten

Inhoud:

Nederlands

Frans

planten, aanplanten, poten {ww.}

planter

wij poten
jullie poten
zij poten

nous plantons
vous plantez
ils/elles plantent
» meer vervoegingen van planter

In maart is de grond nog te koud om iets in de tuin te planten.

En mars, la terre est encore trop froide pour planter dans le jardin.

voet [m], poot (mv. poten) [m] {zn.}

pied [m] (le ~)
patte [v] (la ~)

Hij raakte het water met zijn voet.

Il toucha l'eau du pied.

Ik ga te voet naar school.

Je vais à l'école à pied.

been [o], onderbeen [o], poot (mv. poten) [m] {zn.}

jambe [v] (la ~)

De soldaat was gewond aan het been.

Le soldat fut blessé à la jambe.

Zijn gewonde been begon opnieuw te bloeden.

Sa jambe blessée se mit à saigner de nouveau.

homo, homofiel, homosexueel, flikker, poot (mv. poten) {zn.}

homosexuel [m] (le ~)
pédé [m] (le ~)