Vertaling van aansporen

Inhoud:

Nederlands
Frans
aansporen, aanvuren, aanwakkeren, opwekken, zwepen {ww.}
pousser à
inciter 

ik zal aansporen
jij zult aansporen
hij/zij/het zal aansporen

j'inciterai
tu inciteras
il/elle incitera
» meer vervoegingen van inciter

aanporren, aansporen, aanvuren, prikkelen, stimuleren, zwepen {ww.}
stimuler 

ik zal aansporen
jij zult aansporen
hij/zij/het zal aansporen

je stimulerai
tu stimuleras
il/elle stimulera
» meer vervoegingen van stimuler

manen, aanmanen, aansporen {ww.}
admonester
reprendre 
gronder 
faire des remontrances à
réprimander 
sommer de
inviter à
engager 
exhorter 

ik zal aansporen
jij zult aansporen
hij/zij/het zal aansporen

j'admonesterai
tu admonesteras
il/elle admonestera
» meer vervoegingen van admonester



Gerelateerd aan aansporen

aanvuren - aanwakkeren - opwekken - zwepen - aanporren - prikkelen - stimuleren - manen - aanmanen