Vertaling van aanvuren

Inhoud:

Nederlands
Frans
aanporren, aansporen, aanvuren, prikkelen, stimuleren, zwepen {ww.}
stimuler 

ik zal aanvuren
jij zult aanvuren
hij/zij/het zal aanvuren

je stimulerai
tu stimuleras
il/elle stimulera
» meer vervoegingen van stimuler

aansporen, aanvuren, aanwakkeren, opwekken, zwepen {ww.}
pousser à
inciter 

ik zal aanvuren
jij zult aanvuren
hij/zij/het zal aanvuren

j'inciterai
tu inciteras
il/elle incitera
» meer vervoegingen van inciter



Gerelateerd aan aanvuren

aanporren - aansporen - prikkelen - stimuleren - zwepen - aanwakkeren - opwekken