Vertaling van afdrogen

Inhoud:

Nederlands
Frans
afdrogen, vegen, afvegen, wissen, afwissen {ww.}
essuyer 
effacer 

ik zal afdrogen
jij zult afdrogen
hij/zij/het zal afdrogen

j'essuierai
tu essuieras
il/elle essuiera
» meer vervoegingen van essuyer

drogen, afdrogen, droogmaken, uitdrogen {ww.}
sécher 

ik zal afdrogen
jij zult afdrogen
hij/zij/het zal afdrogen

je sécherai
tu sécheras
il/elle séchera
» meer vervoegingen van sécher

Knippen, wassen en drogen alstublieft.
Couper, laver et sécher, s'il vous plaît.


Gerelateerd aan afdrogen

vegen - afvegen - wissen - afwissen - drogen - droogmaken - uitdrogen