Vertaling van wissen

Inhoud:

Nederlands
Frans
wissen, uitwissen, uitvegen, wegvegen {ww.}
aplanir
entraîner
enlever
essuyer
effacer

wij wissen
jullie wissen
zij wissen

nous aplanissons
vous aplanissez
ils/elles aplanissent
» meer vervoegingen van aplanir

afdrogen, vegen, afvegen, wissen, afwissen {ww.}
essuyer 
effacer 

wij wissen
jullie wissen
zij wissen

nous essuyons
vous essuyez
ils/elles essuient
» meer vervoegingen van essuyer



Gerelateerd aan wissen

uitwissen - uitvegen - wegvegen - afdrogen - vegen - afvegen - afwissen