Vertaling van bergen

Inhoud:

Nederlands
Frans
bergen, insluiten, opbergen, opsluiten, wegbergen {ww.}
serrer 

wij bergen
jullie bergen
zij bergen

nous serrons
vous serrez
ils/elles serrent
» meer vervoegingen van serrer

bergen, bewaren, opbergen, wegleggen, wegzetten {zn.}
ôter 
enlever 
Bergen {eigenn.}
Mons
behouden, bergen, redden {ww.}
sauver 

wij bergen
jullie bergen
zij bergen

nous sauvons
vous sauvez
ils/elles sauvent
» meer vervoegingen van sauver

behouden, bergen, bewaren, conserveren, onderhouden, overhouden {ww.}
conserver 
retenir 
maintenir 

wij bergen
jullie bergen
zij bergen

nous conservons
vous conservez
ils/elles conservent
» meer vervoegingen van conserver

Melk moet men bewaren bij relatief lage temperatuur.
On doit conserver le lait à température relativement basse.
berg (mv. bergen) [m] {zn.}
montagne  [v] (la ~)
mont  [m] (le ~)
Ik ga naar de berg.
Je vais à la montagne.
We beklommen de steile berg.
Nous gravissions la montagne abrupte.
Berg [o] {eigenn.}
Berg


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Ik was in de bergen.

J'étais dans les montagnes.

Met deze ogen zal ik bergen zien branden.

Avec ces yeux, je verrai brûler les montagnes.

Deze zomer zullen we naar de bergen gaan en naar zee.

Cet été, nous irons à la montagne et à la mer.

Ze hebben de hoogste bergen beklommen en op de bodem van de zee gelopen.

Ils ont escaladé les plus hauts sommets et marché sur le fond des mers.