Vertaling van buren
Inhoud:
Nederlands
Frans
buren {zn.}
voisins
Ik haat mijn buren.
Je déteste mes voisins.
Toen ze op vakantie waren zorgden hun buren voor de hond.
Pendant qu'ils étaient partis en vacances, leurs voisins se sont occupés du chien.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Frans
Ik haat mijn buren.
Je déteste mes voisins.
Toen ze op vakantie waren zorgden hun buren voor de hond.
Pendant qu'ils étaient partis en vacances, leurs voisins se sont occupés du chien.