Vertaling van fabriceren

Inhoud:

Nederlands
Frans
fabriceren, maken, aanmaken, vervaardigen {ww.}
fabriquer 

wij fabriceren
jullie fabriceren
zij fabriceren

nous fabriquons
vous fabriquez
ils/elles fabriquent
» meer vervoegingen van fabriquer



Gerelateerd aan fabriceren

maken - aanmaken - vervaardigen