Vertaling van gebruik

Inhoud:

Nederlands
Frans
gebruik [o], gewoonte, usance {zn.}
habitude  [v] (la ~)
coutume  [v] (la ~)
gebruik [o], zede {zn.}
coutume  [v] (la ~)
gebruik [o], genot {zn.}
recours  [m] (le ~)
aanwenden, benutten, gebruiken {ww.}
user de
employer 
se servir de 
appliquer 

ik gebruik

j'emploie
» meer vervoegingen van employer

drinken, gebruiken {ww.}
boire 

ik gebruik

je bois
» meer vervoegingen van boire

Wil je iets te drinken?
Désirez-vous boire quelque chose ?
Europeanen drinken graag wijn.
Les Européens aiment boire du vin.
bikken, gebruiken, eten, vreten, nuttigen {ww.}
manger 
déjeuner 

ik gebruik

je mange
» meer vervoegingen van manger

Kan ik eten?
Puis-je manger ?
Wanneer kunnen we eten?
Quand pouvons-nous manger ?


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Ik gebruik Twitter.

J'utilise Twitter.

Ik gebruik Twitter.

J'utilise Twitter.

Dat is het woordenboek dat ik alle dagen gebruik.

C'est le dictionnaire que j'utilise tous les jours.

Gebruik niet de lift in geval van brand.

Ne pas utiliser l'ascenseur en cas d'incendie.

Iedereen zou van zijn stemrecht moeten gebruik maken.

Chacun devrait exercer son droit de vote.

De mens is het enige dier dat gebruik maakt van vuur.

L'Homme est le seul animal à utiliser le feu.

Ik maakte gebruik van de verwarring en viel de vijand aan.

J'ai profité de la confusion et j'ai attaqué l'ennemi.

Als ik Esperanto gebruik met hem, voel ik dat we beiden op hetzelfde peil staan, tenminste als we dat zien uit het oogpunt van taal.

Utilisant l'espéranto avec lui, je sens que nous sommes tous les deux au même niveau, au moins du point de vue linguistique.


Gerelateerd aan gebruik

gewoonte - usance - zede - genot - aanwenden - benutten - gebruiken - drinken - bikken - eten - vreten - nuttigen