Vertaling van geld

Inhoud:

Nederlands
Frans
geld [o] (het ~), poen, centen, duiten, pecunia, pegulanten {zn.}
argent  [m] (l' ~)
monnaie  [v] (la ~)
Waarvoor hebt ge dat geld nodig?
Pourquoi avez-vous besoin de cet argent ?
Waarvoor hebt ge dat geld nodig?
Pourquoi as-tu besoin de cet argent ?
aangaan, betreffen, gelden, raken {ww.}
intéresser 
regarder 
concerner 

ik geld

j'intéresse
» meer vervoegingen van intéresser

gelden, heten, doorgaan, zich aanstellen {ww.}
prendre des airs
minauder
faire des manières
feindre
affecter 
agir avec affectation 

ik geld

je minaude
» meer vervoegingen van minauder



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Geld lenen kost geld!

Ça coûte de l'argent d'emprunter de l'argent !

Ik heb weinig geld.

Je n'ai pas assez d'argent.

Hij heeft veel geld.

Il dispose de beaucoup d'argent.

Ik wil geen geld.

Je ne veux pas d'argent.

Hij wil het geld.

Il veut l'argent.

Hoeveel geld heeft hij?

Combien d'argent a-t-il ?

Verspil je geld niet.

Ne jette pas ton argent par les fenêtres.

We hebben geld nodig.

Nous avons besoin d'argent.

Geld regeert de wereld.

L'argent est roi.

Hij heeft geld nodig.

Il a besoin d'argent.

Geld maakt niet gelukkig.

L'argent ne fait pas le bonheur.

Zij heeft veel geld.

Elle a beaucoup d'argent.

Is dit genoeg geld?

Est-ce là suffisamment d'argent ?

Ik heb geen geld.

Je n'ai aucun blé.

Ik heb geen geld.

Je n'ai pas d'argent.


Gerelateerd aan geld

poen - centen - duiten - pecunia - pegulanten - aangaan - betreffen - gelden - raken - heten - doorgaan - zich aanstellen