Vertaling van geloven

Inhoud:

Nederlands
Frans
geloven, houden voor, menen {ww.}
croire 

wij geloven
jullie geloven
zij geloven

nous croyons
vous croyez
ils/elles croient
» meer vervoegingen van croire

Het is moeilijk te geloven.
C'est difficile à croire.
Eerst zien, dan geloven.
Le voir, c'est le croire.
achten, geloven, van mening zijn, vinden {ww.}
être d'avis 
penser que


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Eerst zien, dan geloven.

Le voir, c'est le croire.

Ik kan het moeilijk geloven.

J'arrive à peine à le croire.

Het is moeilijk te geloven.

C'est difficile à croire.

Christenen geloven in Jesus Christus.

Les chrétiens croient en Jésus-Christ.

Dit is niet te geloven.

Ce n'est pas croyable !

Sommigen geloven dat zeven een geluksgetal is.

Certains croient que le sept est chiffre chanceux.

Ik kan mijn ogen niet geloven.

Je n'en crois pas mes yeux.

Zelfs ik kan het niet geloven.

Même moi je n'arrive pas à le croire.

Ik kon mijn ogen niet geloven.

Je ne pouvais pas en croire mes yeux.

Ze geloven dat Jane eerlijk is.

Elles croient que Jane est honnête.

Sommige mensen geloven in God en andere mensen niet.

Des gens croient en Dieu et d'autres non.

Iedereen heeft iets nodig om in te geloven.

Tout le monde a besoin de croire en quelque chose.

Ik was dom genoeg om het te geloven.

Je fus assez stupide pour le croire.

Ik kan niet geloven dat je foto's van kakkerlakken aan het maken bent.

Je n'arrive pas à croire que tu prends des clichés de cafards.

Ik kan niet geloven dat je al je geld gaat weggeven.

Je n'arrive pas à croire que tu vas donner tout ton argent.


Gerelateerd aan geloven

houden voor - menen - achten - van mening zijn - vinden