Vertaling van gepraat
Inhoud:
Nederlands
Frans
ik heb gepraat
jij hebt gepraat
hij/zij/het heeft gepraat
j'ai babillé
tu as babillé
il/elle a babillé
» meer vervoegingen van babiller
ik heb gepraat
jij hebt gepraat
hij/zij/het heeft gepraat
j'ai parlé
tu as parlé
il/elle a parlé
» meer vervoegingen van parler
Kunnen we praten?
Pouvons-nous parler ?
Hij kan Japans spreken.
Il sait parler japonais.