Vertaling van ik woon

Inhoud:

Nederlands
Frans
bewonen, inwonen {ww.}
occuper 
habiter 

ik woon in

j'occupe
» meer vervoegingen van occuper

gevestigd zijn, huizen, resideren, wonen {ww.}
habiter 
loger 
demeurer 

ik woon

je habite
» meer vervoegingen van habiter

Ik zou graag in Frankrijk wonen.
J'aimerais habiter en France.
Ik weet mijn adres nog niet, ik ga een tijdje bij mijn vriendin wonen.
Je ne connais pas encore mon adresse, je vais habiter un temps chez mon amie.
aanwezig zijn, aanwezig zijn bij, bijwonen {ww.}
assister à 
être présent 
assister 

ik woon bij

j'assiste
» meer vervoegingen van assister



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Ik woon in Kanton.

Je vis à Canton.

Ik woon gelijkvloers.

J'habite au rez-de-chaussée.

Ik woon gelijkvloers.

J'habite au rez-de-chaussée.

Ik woon in Tokio.

Je vis à Tokyo.

Ik woon in Hyogo.

Je vis à Hyogo.

Ik woon in Japan.

Je vis au Japon.

Ik woon hier.

J'habite ici.

Ik woon hier sinds 1990.

J'habite ici depuis 1990.

Ik woon in een appartement.

J'habite dans un appartement.

Ik woon nu in Kyoto.

J'habite à Kyoto maintenant.

Ik woon in een grote stad.

J'habite dans une grande ville.

Ik woon samen met mijn ouders.

Je vis avec mes parents.

"Waar woon jij?" "Ik woon in Tokio."

"Où habitez-vous ?" "J'habite à Tokyo."

Ik ben Japans, maar ik woon niet in Japan.

Je suis Japonais, mais je n'habite pas au Japon.

Londen, waar ik woon, was vroeger beroemd om zijn mist.

Londres - où j'habite - est réputé pour son brouillard.