Vertaling van kasteel

Inhoud:

Nederlands
Frans
burcht [m], kasteel [o], slot [o] {zn.}
château  [m] (le ~)
Ik ben nu in een oud kasteel
Je suis à présent dans un vieux château.
Geef me de sleutel van dit slot!
Donnez-moi la clé de ce château !


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Ik ben nu in een oud kasteel

Je suis à présent dans un vieux château.

Wanneer jullie naar Roemenië gaan, zullen jullie het Kasteel van Dracula bezoeken.

Quand tu iras en Roumanie, tu visiteras le château de Dracula.


Gerelateerd aan kasteel

burcht - slot