Vertaling van leer
ik leer
j'apprends
» meer vervoegingen van apprendre
ik leer
j'apprends
» meer vervoegingen van apprendre
ik leer
j'apprends
» meer vervoegingen van apprendre
Voorbeelden in zinsverband
Leef en leer.
Vis et apprends.
Ik leer Tsjechisch.
J'apprends le tchèque.
Wat leer je op school?
Qu'apprends-tu à l'école ?
Wat leer je op school?
Qu'apprenez-vous à l'école ?
De schoenen zijn van leer.
Les chaussures sont faites en cuir.
Ik leer graag oude talen.
J’aime apprendre des langues anciennes.
Ik ben gelukkig, want ik leer wat Nederlands.
Je suis content, car je suis en train d'apprendre un peu de néerlandais.
Vaak leer ik terwijl ik naar muziek luister.
J'étudie souvent en écoutant de la musique.
Vroeger vroegen de kleintjes me een schaap voor ze te tekenen, nu willen ze dat ik ze leer hoe je een commit doet. Tijden veranderen.
Avant les jeunes me demandaient de leur dessiner un mouton, maintenant ils veulent que je leur apprenne à faire un commit. Les temps changent.