Vertaling van malen

Inhoud:

Nederlands
Frans
Malen {eigenn.}
Mélin
ijlen, kolderen, malen, raaskallen {ww.}
délirer 

wij malen
jullie malen
zij malen

nous délirons
vous délirez
ils/elles délirent
» meer vervoegingen van délirer

kwellen, malen, vermalen {ww.}
moudre 

wij malen
jullie malen
zij malen

nous moulons
vous moulez
ils/elles moulent
» meer vervoegingen van moudre

eten [o], maal (mv. malen), maaltijd {zn.}
repas  [m] (le ~)
Bedankt voor het wonderbaarlijke eten.
Merci pour ce merveilleux repas.
Dien alstublieft zijn maaltijd eerst op.
Veuillez lui servir son repas en premier.
keer, maal (mv. malen) {zn.}
fois  [v] (la ~)
Dit is de eerste keer.
C'est la première fois.
Dit is de laatste keer.
Ça c'est la dernière fois.


Gerelateerd aan malen

Malen - ijlen - kolderen - raaskallen - kwellen - vermalen - eten - maal - maaltijd - keer